Unilever verduurzaamt: 'Als multinational maken we écht impact'

Unilever verduurzaamt: 'Als multinational maken we écht impact'

Sinds 1 april is Joost Houben 'de nieuwe Fred van Beek'. Dat vertelt hij ook maar één keer, benadrukt hij lachend. 'Het zijn fantastische schoenen om te vullen, maar die van mij beginnen inmiddels ook al behoorlijk ingelopen te raken.' Eén van de mooiste aspecten van werken voor een multinational vindt de commercieel directeur de impact die je als bedrijf kunt maken op het vlak van duurzaamheid.

Houben is al zo’n twintig jaar werkzaam bij Unilever. ‘Ik ben gestart in diepvries, met verkoop en marketing’, vertelt hij. ‘Doorgegroeid naar marketingdirecteur Refreshment Nederland, Business Director Lipton Ice Tea Northern Europe (een joint venture met PepsiCo, red.), Marketing Director Refreshment Benelux en recent dus naar VP Customer Development Retail, OOH & eCommerce.’

In die twintig jaar maakte hij tijdelijk de overstap naar zelfstandig ondernemen. ‘Ik ben voor mezelf begonnen met een retailbedrijf. Hierdoor heb ik veel ervaring opgedaan die me in mijn huidige functie goed van pas komt. Omdat ik ook aan de andere kant van de tafel heb gezeten, weet ik bijvoorbeeld hoe complex de logistieke operatie is.’

Omdat ik aan de andere kant van de tafel heb gezeten, weet ik hoe complex de logistieke operatie is”

Grote vraagstukken oplossen

Het ondernemen heeft hem veel gebracht, blikt Houben terug. ‘Maar uiteindelijk miste ik toch de dynamiek van een grote organisatie. De snelheid, het kunnen oplossen van grote vraagstukken, echt impact kunnen maken!’ Impact op het vlak van gezondheid en duurzaamheid, bijvoorbeeld. Momenteel zo ongeveer de belangrijkste vraagstukken in retail. Grote uitdagingen voor Unilever zijn bijvoorbeeld het "verplantaardigen" van het assortiment en het verduurzamen van verpakkingen en ingrediënten.

‘Hierin helpen we de consument vooral in het maken van een bewustere dagelijkse keuze, zonder concessies te hoeven doen aan smaak en kwaliteit. Door stapje voor stapje de producten te verduurzamen en meer circulair te maken, groeien we portfolio breed toe naar een steeds verantwoorder assortiment met voor ieder wat wils.’

Geen, minder en beter vlees

De Vegetarische Slager speelt hier een belangrijke rol in, vertelt hij. ‘Een merk dat met zo’n vijfendertig sku’s inmiddels niet meer weg te denken is binnen vleesvervangers. Wanneer je bijvoorbeeld de Kipstuckjes verwerkt in een recept, proef je echt geen verschil. Deze klassieker doet het zelfs zo goed, dat we binnenkort voorgekruide varianten toevoegen aan het assortiment.’

Ook Unox, dat van oorsprong een duidelijke associatie heeft met vlees, heeft naast de Beter Leven-producten inmiddels ook een vega assortiment in de schappen staan. ‘Destijds best spannende introducties’, geeft Houben toe. Toch vallen de vega rook- en knakworsten, net als de vegetarische soepen, eveneens in de smaak bij de consument. ‘Omdat we er volop in investeren om die smaak goed te krijgen.’ Nog slechts een klein percentage van de Nederlanders eet volledig vegetarisch, benadrukt hij. ‘Het overgrote deel is flexitarisch. Om deze groep steeds verder te bewegen naar plantaardig, moet je ervoor zorgen dat smaak en kwaliteit uitmuntend zijn. Zodat men hier geen concessies aan hoeft te doen.’

Houben: 'Om flexitariërs steeds verder te bewegen naar plantaardig, moet je ervoor zorgen dat smaak en kwaliteit uitmuntend zijn.'
Houben: 'Om flexitariërs steeds verder te bewegen naar plantaardig, moet je ervoor zorgen dat smaak en kwaliteit uitmuntend zijn.'

Meer groenten

Met de Unox Goedgevuld Soepen helpt Unilever de consument vervolgens weer om meer groenten te eten. ‘Een streven van veel mensen, maar in de dagelijkse praktijk blijkt dit vaak nog best lastig. Met de Goedgevuld Soepen maken we het daarom makkelijker om zowel groenten als peulvruchten binnen te krijgen. En omdat peulvruchten van nature een bron van vezels en plantaardige eiwitten zijn, vormen de soepen eveneens een goed alternatief voor een stuk vlees.’

Momenteel staan er drie smaakvariaties in de schappen; Pompoen Rode Linzen, Tomaten Kikkererwten en Tomaten Kidneybonen. Die smaken komen uit consumententests heel goed uit de bus, vertelt Houben. ‘De komende tijd blijven we hier dan ook op innoveren.’

Groente-innovatie in het najaar

Met de Knorr Wereldgerechten helpt Unilever de consument eveneens om meer groenten te eten. ‘De hoeveelheid groenten in de recepten is uitgebreid, zodat men op een makkelijke manier de aanbevolen hoeveelheid per dag kan halen.’

Eind 2020 lanceerde het merk bovendien de Knorr Veggie Wraps met 35 procent groente. ‘We kwamen eerst voorzichtig met wortel en biet. Deze sloegen echter zo goed aan, dat er al snel een tomatenvariant aan werd toegevoegd. In uitbreiding hierop komen we dit najaar met nog een nieuwe innovatie waarvan we hopen dat hij net zo in de smaak valt als de wraps. Er is lang aan de smaak en bite gewerkt; als we iets doen, doen we het goed. Want we weten dat als de consument een product niet lekker vindt, de kans groot is dat het nooit meer wordt gekocht.’

De verantwoordelijkheid van A-merken

Het ontwikkelen van vegetarische en plantaardige varianten, zowel nieuw als aanvullend, brengt dan ook een verantwoordelijkheid met zich mee, beseft Unilever. Houben: ‘A-merken spelen een belangrijke rol in het versnellen van de transitie naar plantaardig. Merken waar mensen vertrouwd mee zijn en die de drempel om over te stappen naar plantaardig of flexitarisch verlagen. Om die consument vervolgens vast te houden, moet je zorgen voor relevantie en goede smaak. Onze introducties hebben invloed op de gehele categorie, beseffen we. Daarom steken we veel tijd en energie in de ontwikkeling ervan.’

Versnellen door samenwerking

Die ontwikkeling doet Unilever niet alleen, benadrukt hij. ‘In de loop der jaren hebben we veel kennis van consumententrends en research en development opgebouwd, maar ook wij kunnen niet alles alleen. Om de belangrijke vraagstukken op het vlak van gezondheid en duurzaamheid sneller op te lossen, werken we daarom samen met andere partijen en zijn we continu op zoek naar zowel grotere als kleinere partnerships.’ Deze uitdagingen bespreekt het concern ook met haar klanten, benadrukt de VP. ‘Om zo onze gezamenlijke behoeftes verder vorm te kunnen geven.’

Vertellen waaróm

De basis van die behoeften vormt uiteindelijk natuurlijk een goed aanbod in de winkels, vertelt Houben. ‘En die producten moet de consument weten te vinden. In het uitbreiden van plant-based bijvoorbeeld, gaat het dan ook niet alleen om het ontwikkelen van goede producten. Je moet de consument ook van de juiste informatie voorzien; vertellen wat de voordelen zijn van plantaardig eten en dat de smaak niet onder doet voor niet plant-based. Ook hierin trekken we daarom samen op met onze partners. Door middel van (onder meer) communicatie in de magazines, online en op het schap, maar ook met campagnes als de Vega Favorieten, samen met Albert Heijn en De Nationale Postcodeloterij.'

'Alle deelnemers ontvangen in deze periode een cadeaukaart, die zij kunnen inwisselen voor een vega product naar keuze. Op deze manier laten we mensen op een hele laagdrempelige manier kennis maken met het uitgebreide vega assortiment in de supermarkt.’ Dat brede assortiment juicht Houben toe, benadrukt hij. ‘Aanbod is nodig in het vergroten van de gehele categorie plantaardig. Met elkaar bewegen we de consument steeds meer naar plant-based. En juist omdat er concurrentie is, hou je elkaar scherp.’

Recyclebaar, herbruikbaar of composteerbaar

Niet alleen wat de consument op tafel zet is belangrijk, ook waar de producten in verpakt zitten verdient aandacht. ‘In een ideale wereld betekent dit geen nieuw plastic meer’, schetst Houben. ‘Plastic is een zeer nuttig materiaal om producten veilig en efficiënt bij de consument te krijgen en heeft bovendien veelal een lagere milieu-impact dan veel andere verpakkingsmaterialen, maar het moet simpelweg niet in het milieu terecht komen. Wanneer er kwalitatief goede, duurzamere alternatieven zijn voor plastic of er zijn manieren om minder plastic te gebruiken in een verpakking (bijvoorbeeld door verdere concentratie), kiezen we daar uiteraard voor. Wanneer deze er niet zijn, gebruiken we gerecycled plastic.’

Uiterlijk eind 2025 moeten alle plastic verpakkingen van Unilever recyclebaar, herbruikbaar of composteerbaar zijn, vertelt hij. ‘Om dit te bewerkstelligen, investeren we veel in onderzoek en deze research delen we met anderen.’ Een mooi voorbeeld van dit onderzoek is de recente samenwerking met Rotterdam Circulair, scale-up OBBOTEC en afvalverwerker AVR. ‘Daarmee zoeken we naar oplossingen om ook moeilijk te recyclen plastic verpakkingen te kunnen hergebruiken. Het is bijvoorbeeld heel lastig om bij verpakkingen die meer lagen bevatten, deze lagen van elkaar te scheiden om ze zo goed te kunnen recyclen. OBBOTEC kan dat. Wanneer dit soort pilots succesvol zijn, wordt het mogelijk om meer complexe plastics - die nu nog vaak worden verbrand - te verwerken tot nieuwe hoogwaardige secundaire grondstoffen.’

Andrélon in 100 procent PCR-plastic

In de praktijk worden de inspanningen naar drastische plasticreductie al zichtbaar bij onder meer de verpakkingen van Hellmann’s. ‘Waarbij we momenteel 99 procent gerecycled plastic gebruiken; honderd procent lukt nog niet, omdat we een uv-laag toe moeten voegen om de mayonaise, sauzen en dressings te beschermen.’

Lipton Ice Tea daarentegen, wordt inmiddels aangeboden in flessen van 100 procent gerecycled materiaal. Net als Andrélon, dat sinds vorig jaar in recyclebare flessen zit van 100 procent PCR-plastic. ‘Een samenwerking met Morssinkhof Plastics’, vertelt Houben, ‘die de Andrélon-verpakkingen verwerkt tot nieuwe hoogwaardige grondstof. Andrélon is het nummer één haarverzorgingsmerk in Nederland: jaarlijks worden er maar liefst zo’n 28 miljoen flessen geproduceerd. Door ervoor te kiezen om van een gekleurd basismateriaal weer nieuwe flessen* te maken, gaan we letterlijk van afval terug naar grondstof. Hiermee besparen we jaarlijks ruim 500.000 kilo nieuw plastic. Op deze manier kun je echt het verschil maken.’

Ook Robijn zit in verpakkingen die al voor 70 procent bestaan uit gerecycled materiaal, vertelt de VP. ‘Honderd procent is in verband met de vereiste stevigheid nog niet mogelijk. Om dit te compenseren, maken we de verpakkingen kleiner en het wasmiddel nog geconcentreerder. Hiermee besparen we 980.000 kilo aan plastic verpakkingen per jaar. Dat is te vergelijken met maar liefst 88 miljoen waterflesjes.’

Geen fossiele brandstoffen meer

Unilever investeert meer dan een miljard in het reduceren van plastic en het verlagen van de CO2-afdruk. ‘Tegen 2030 moeten alle was- en schoonmaakmiddelen vrij van fossiele brandstoffen zijn’, verduidelijkt Houben. ‘En schakelen we over van chemicaliën naar biologisch afbreekbare bestanddelen.’ Was- en schoonmaakmiddelen zorgen voor bijna 50 procent van de totale CO2-afdruk van de Unilever producten, verklaart hij. ‘Hiermee verwachten we de voetafdruk van onze schoonmaakmiddelen met 20 procent terug te dringen.’

In 2039 wil het concern volledig CO2-neutraal zijn. Samen met biotechnologiebedrijf Genomatica kijkt het levensmiddelenbedrijf daarom naar biologische alternatieven voor palmolie en fossiele brandstoffen bij de productie van verzorgingsproducten en schoonmaakmiddelen. ‘Het gedeelte palmolie dat niet te vervangen is, verduurzamen we door deze uit duurzame bronnen te betrekken en dit zoveel mogelijk te certificeren. Ons doel is om binnen acht jaar alle palmolie die we nog inkopen, direct van traceerbaar duurzame producenten te betrekken.’ Een behoorlijk ambitieus streven, benadrukt de VP. ‘Op deze schaal wordt dat nog door geen enkel ander bedrijf gedaan.’

We staan voor enorme uitdagingen, die kun je niet alleen oplossen”

Er gebeurt ontzettend veel, besluit Houben. ‘Op het vlak van verduurzaming, maar ook in het retaillandschap zelf.’ Dat landschap is in de loop der jaren flink veranderd, ziet hij. ‘Horeca en supermarkt lopen steeds meer in elkaar over, e-commerce en flitsbezorging hebben een enorme vlucht genomen. Retailers vinden zichzelf continu opnieuw uit en hierop aansluiten en samenwerken met de retail is dynamisch en uitdagend.’

Want dat is het, benadrukt hij: ‘Samenwerken. We staan voor enorme uitdagingen, die kun je niet alleen oplossen. Daarom zoeken we elkaar op om de stappen die moeten worden gemaakt sneller te kunnen zetten zodat we gezamenlijk echt de enorm noodzakelijke impact kunnen maken. Dat ik hier vanuit deze functie in kan meebewegen én -denken, vind ik mooi.’

*m.u.v. de dop

Dit artikel is gesponsord door Unilever.