Wat zijn de regels rond verborgen cameratoezicht op de werkvloer?

Wat zijn de regels rond verborgen cameratoezicht op de werkvloer?
Joost Karels (BVD Advocaten)

Als het goed is, werken er in uw supermarkt alleen maar betrouwbare medewerkers. Toch kan het zo zijn dat u door bijvoorbeeld grote kassaverschillen gaat twijfelen aan de goede bedoelingen van een of meerdere personeelsleden. De inzet van verborgen camera's is dan een geschikt middel om mogelijke diefstal op te sporen. Joost Karels, werkzaam bij BVD advocaten, legt uit aan welke voorwaarden u moet voldoen voordat u tot verborgen cameratoezicht kunt overgaan.

Onder welke voorwaarden mag u overgaan tot verborgen cameratoezicht? De laatste jaren is er het één en ander veranderd, onder andere door de komst van de AVG. In deze blog richt ik me op verborgen cameratoezicht dat is gericht op eigen werknemers. Zichtbare camerabewaking, bijvoorbeeld bij de ingang van de supermarkt, is aan minder strikte voorwaarden gebonden.

Privacyregels

Uw werknemer heeft recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer op basis van onder meer de Grondwet en het Europese mensenrechtenverdrag. Met een technisch hulpmiddel (lees: camera) onrechtmatig beeldmateriaal verzamelen van personen is daarom strafbaar. Regels met betrekking tot de privacy zijn te vinden in de AVG die weer is uitgewerkt in de UAVG.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houdt toezicht op de regels die voortvloeien uit de AVG en de UAVG. Het beoordelen van de rechtmatigheid van verborgen cameratoezicht valt dus ook onder de bevoegdheid van de AP. De AP heeft op haar website een overzicht geplaatst van criteria waaraan moet worden voldaan wil er sprake zijn van rechtmatig verborgen cameratoezicht.

Het is belangrijk om in geval van diefstal of fraude verborgen camera’s volgens de regels in te zetten. Hoewel onrechtmatig verkregen beeldmateriaal vaak nog wel gebruikt mag worden als bewijs bij een ontslagprocedure, kan het bijvoorbeeld wel tot gevolg hebben dat u als werkgever een hogere vergoeding moet meegeven aan de werknemer.

Voorwaarden verborgen cameratoezicht

Als werkgever mag u alleen een verborgen camera gebruiken als u aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • Ondanks allerlei inspanningen lukt het niet om een eind te maken aan de diefstal of fraude.
  • Het gebruik van de verborgen camera is tijdelijk.
  • De inbreuk op de privacy van de werknemers is zo klein mogelijk.
  • U heeft de werknemers er vooraf op gewezen dat het plaatsen van verborgen camera’s in bepaalde situaties (diefstal of fraude) mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld in een personeelsregelement.
  • U heeft instemming van de ondernemingsraad voor een regeling over de inzet van verborgen camera's.
  • U informeert de betrokken werknemers achteraf over het gebruik van de verborgen camera.
  • U heeft een data protection impact assessment (DPIA) uitgevoerd.

DPIA en raadpleging Autoriteit Persoonsgegevens

Belangrijk vereiste voor verborgen cameratoezicht is dus het uitvoeren van een data protection impact assessment (DPIA). Dit is een nieuw vereiste dat voortvloeit uit de AVG. Een DPIA is een beoordeling waarin u onder meer beschrijft hoe het cameratoezicht er concreet uit gaat zien, wat de noodzaak is van het toezicht en wat de privacy-risico’s zijn voor uw werknemers. Feitelijk was u al verplicht om deze aspecten te beoordelen, maar met het vereiste van het opstellen van een DPIA is dit dus in een formeel kader gegoten. Als u bij de opsporing van diefstal gebruik maakt van een recherchebureau, dan kunt u de uitvoering dan dit DPIA ook aan hen overlaten.

Komt er uit het DPIA naar voren dat de beoogde inzet van (verborgen) camera’s een hoog privacy-risico oplevert, dan moet u als werkgever met de Autoriteit Persoonsgegevens overleggen voordat u met het cameratoezicht start. De AP zal met adviezen komen hoe u de privacy-risico’s kunt beperken.

Zorgvuldige voorbereiding

Al met al: verborgen cameratoezicht is een effectief middel om strafbaar gedrag van werknemers in beeld te brengen, maar het vraagt wel om een zorgvuldige voorbereiding en uitvoering. Met de komst van de AVG is het uitvoeren van een DPIA nu verplicht gesteld, eventueel aangevuld met het inwinnen van advies bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Eenmaal voldaan aan genoemde voorwaarden kunt u het ontslag van uw stelende werknemer met vertrouwen tegemoet zien. Om vervolgens te gaan doen wat u uiteindelijk het liefste doet: met behulp van betrouwbaar personeel uw klanten naar tevredenheid bedienen.

Dit artikel is geschreven door Joost Karels (BVD Advocaten).