Bij deze werkgever was in de huisregels opgenomen dat het ten strengste verboden is om producten, waaronder ook derving, mee te nemen. In strijd met deze regels heeft een afdelingschef een aantal maaltijdsalades meegenomen die al als derving waren aangemerkt. De werkgever heeft daarop de afdelingschef geschorst en heeft een ontbindingsverzoek ingediend bij de kantonrechter. Als reden voor het verzoek is aangevoerd dat de werknemer in strijd met de huisregels heeft gehandeld en dat dit (ernstig) verwijtbaar is.
Specifiek geeft de werkgever aan dat zij niet kan toestaan dat goederen die voor vernietiging in aanmerking komen, onbevoegd worden meegenomen.; deze goederen zijn en blijven eigendom van werkgever. Daarbij zijn hiermee de hygiëne en de volksgezondheid gemoeid. Ook speelt voor werkgever mee dat de afdelingschef als leidinggevende een voorbeeldfunctie heeft en dat het meenemen van de groenten heeft plaatsgevonden in het bijzijn van medewerkers die hiërarchisch ondergeschikt zijn aan hem.
Gedoogcultuur
Volgens de afdelingschef gebeurde het veel vaker dat medewerkers derving mee naar huis namen. Er was volgens hem sprake van een gedoogcultuur. Diezelfde dag zouden er volgens de afdelingschef ook nog andere werknemers producten mee naar huis hebben genomen en daar heeft werkgever niets tegen gedaan. Dus is er geen consequente handhaving van het beleid en hoeft werknemer niet zo zwaar gestraft te worden.
De kantonrechter stelt vast dat er duidelijk beleid wordt gevoerd ten aanzien van de derving want dit wordt in principe naar de voedselbank gebracht. Incidenteel geeft de ondernemer uitdrukkelijk toestemming om een aantal tassen te laten vullen en die aan medewerkers mee te geven. Alle medewerkers zijn bekend met het beleid van werkgever en de sancties die daarop staan. Dat er een gedoogcultuur zou zijn, is volgens de kantonrechter dan ook niet bewezen.
De kantonrechter weegt ook mee dat de afdelingschef dit in het bijzijn van ondergeschikten heeft gedaan. Ten aanzien van de andere medewerkers die producten mee hadden genomen op dezelfde dag, heeft de werkgever overtuigend aangetoond dat daar ook is ingegrepen. Zo hoeven bepaalde uitzendkrachten om die reden niet meer terug te komen.
Verwijtbaar maar geen diefstal
De kantonrechter oordeelt dan ook dat de afdelingschef verwijtbaar heeft gehandeld en ontbindt de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter vindt het echter niet ernstig verwijtbaar. Hiervan is bijvoorbeeld sprake in geval van diefstal; de kantonrechter vindt de overtreding van de huisregels (meenemen derving) van een andere orde. Dus de werkgever mag daarom nog wel even bijna €20.000,- bruto transitievergoeding betalen. Dat is voor de werkgever dan toch een ietwat zuur einde in een verder duidelijk oordeel.