Ook ontkent de VWA dat ze nauwelijks meer toekomt aan
inspecties van de voedselveiligheid. De VWA doet jaarlijks zo’n 6.000 inspecties
bij supermarkten in Nederland. De VWA benadrukt dat de eerste
verantwoordelijkheid voor de verkoop van de producten bij de supermarkt zelf
ligt. Deze moet ervoor zorgen dat de klant zeker kan zijn dat hij veilige
producten koopt. Overigens kan de klant, aan de hand van het label, zelf
beoordelen of het product over datum is.
Houdbaarheid producten
Bij de controle op de voedselveiligheid moet een onderscheid worden gemaakt
tussen producten met op het label ‘te gebruiken tot’ en producten met op het
label ‘ten minste houdbaar tot’, zo stelt de voedselveiligheidsinspectie in een
verklaring. In het eerste geval gaat het om verse producten als vlees en
vis, die gekoeld bewaard moeten worden of binnen vijf dagen moeten worden
geconsumeerd. Deze producten mogen niet worden verkocht na de uiterste datum.
Met ‘ten minste houdbaar tot’ geeft de producent aan tot welke datum hij de
‘kenmerkende eigenschappen’ garandeert. Na deze datum mogen deze producten wel
worden verkocht, mits ze nog steeds veilig zijn.
Verantwoordelijkheden VWA
Het is de verantwoordelijkheid van de verkoper dit te kunnen aantonen. De
VWA controleert of supermarkten zich aan het voedselveiligheidssysteem houden.
Op grond van recente inspecties bepaalt de VWA of filialen van een bedrijf
voldoen aan de eisen van de Nederlandse Warenwet. Als de supermarktketens de
regels voldoende naleven, krijgen ze een lichter toezichtregime.
Lees ook:
Controle
VWA op super schiet tekort
VWA:
veel fouten met regels voedselveiligheid